Vandaag is het biddag. Misschien vind je het wel lekker: een dagje uitslapen, en niet naar school of werk. Maar, is dat de bedoeling van de biddag? De naam zegt het al: bid-dag. Op biddag vragen we een zegen over het komende seizoen. We vragen of de Heere ons werk wil zegenen, en of Hij een voorspoedige oogst wil geven op het land.
Jij en ik, we gaan naar school of naar ons werk. Elke dag opnieuw is daar weer getrouwheid en kracht voor nodig. Uit onszelf hebben we dat niet. Daarom bidden we op biddag voor het jaar dat voor ons ligt. We vragen of de Heere ons wil ondersteunen in het vele werk wat op ons wacht.
Ik wil enkele parallellen trekken met de geschiedenis die beschreven staat in Daniël 6. Daniël wordt door koning Darius aangewezen als de tweede man in het land, omdat Darius ziet dat Daniël zijn werk getrouw doet. Nee, Daniël doet zijn werk niet getrouw omdat hij zelf zo’n goed mens is. Daniël vraagt elke morgen om de kracht van de Heere bij het doen van zijn werk. Hij weet dat hij het zonder de hulp van de Heere niet zou kunnen doen.
Niet iedereen in het koninkrijk van koning Darius ziet het graag gebeuren dat Daniël zo’n machtige positie krijgt. Ze beraden een plan, en gaan naar koning Darius. Ze leggen hem een wet voor waarin staat dat het gehele volk een maand lang alleen maar koning Darius mag aanbidden. Dat klinkt Darius als muziek in de oren, en hij gaat er mee akkoord.
Ja, deze mannen wisten van Daniël dat hij God liefhad boven alles. Hij stak zijn geloof niet onder stoelen of banken. Iedereen mocht zien dat de Heere zijn God was. Kan de buitenwereld dat ook aan ons zien? Zien de mensen om ons heen in onze daden en werken dat de Heere de boventoon voert in ons leven? Of moeten we, tot onze schaamte, zeggen dat dit niet het geval is in ons leven?
Daniël hoort ook van de wet. Als hij toch bidt, zal hij in de leeuwenkuil geworpen worden. Toch volhardt Daniël in het bidden. Voor Daniël is stoppen met bidden geen optie. Hij is afhankelijk van de Heere en zijn gebed, en daarom kan hij niet stoppen met bidden.
Hoe is dat bij ons? Kunnen wij ook niet zonder het gebed, zonder de Heere? Als wij voor deze keuze zouden staan, wat zouden we dan kiezen? Daniël blijft voor een open venster bidden. Het is zichtbaar voor iedereen. Misschien zouden wij, als er zo’n wet kwam, in een verborgen hoekje gaan bidden. Maar Daniël wil voor zijn geloof blijven uitkomen, en daarom mag iedereen zien dat hij blijft bidden. Komen wij ook zo uit voor ons geloof?
Daniël wordt opgepakt en in de leeuwenkuil geworpen. Maar, hij is daar niet alleen. Een engel komt, en beschermt Daniël. Daniël blijft leven. De Heere blijft getrouw zorgen voor Zijn volk.
Vandaag is het biddag. We vragen of de Heere voor ons wil ondersteunen in het dagelijkse werk. Maar ons voortdurende gebed zou moeten zijn of de Heere ons wil bekeren tot Hem. Als je een kind van de Heere bent, zal Hij je beschermen. Ook al kom je dan in een leeuwenkuil, de Heere zal je blijven beschermen!
Vandaag is het biddag. Ik hoop dat je dit nog eens overdenkt, en de lessen die Daniël ons wil leren, meeneemt! Maar bovenal hoop ik dat je leert bidden zoals Daniël. Niet uit jezelf, maar om Christus’ wil.