Dit jaar staan we stil bij twee belangrijke momenten in onze geschiedenis: het is 85 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog begon en 80 jaar sinds de bevrijding van Nederland. Ook in Neder-Betuwe worden op verschillende plekken herdenkingen gehouden. Wanneer je een rondje rijdt, kom je nog de nodige sporen tegen. Ga je mee op ontdekkingstocht?
Frontgebied in de Betuwe
Na het mislukken van Operatie Market Garden in september 1944 veranderde de Betuwe in een frontlinie tussen geallieerden en Duitsers. Dorpen als Opheusden lagen midden in de vuurlinie. Aan de Dorpsstraat en de Dalwagenseweg werd zwaar gevochten. In de molen van de familie Aalbers werden meer dan honderd gewonden verzorgd. Door de zware kleigrond schoof het front nauwelijks op. De streek veranderde in een niemandsland vol prikkeldraad, mijnen en onder water gezette akkers. Pas op 18 april 1945 werd Opheusden bevrijd door de Belgische Brigade Piron.
In Opheusden kun je het Herdenkingsmonument bij de kerk (Kerkplein) vinden, ter nagedachtenis aan zowel burgerslachtoffers als de militairen die in de regio vochten. Ook staat er een informatiebord langs de Dalwagenseweg, bij de molen van de familie Aalbers, die een belangrijke rol speelde als opvangplaats voor gewonden.
Verwoeste dorpen
In Ochten werd hevig gevochten. Het hele dorp raakte beschadigd. Het 44e Regiment Infanterie was in 1940 gelegerd in Ochten. De naam leeft voort in de 44 R.I.-straat.
Bij de Dorpskerk van Ochten staat het Oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de inwoners en soldaten die omkwamen tijdens de oorlog. Dit monument herdenkt zowel de lokale slachtoffers als degenen die hun leven gaven voor de vrijheid.
Bartus van de Wal: een naam zonder graf
Ook Bartus van de Wal uit Ochten gaf gehoor aan de oproep van het vaderland. Begin mei 1940 hield hij met zijn eenheid de wacht bij de brug over de Grift, aan de voet van de Grebbeberg. Tijdens de Duitse aanval op 12 mei werd zijn schuilplaats aangevallen met handgranaten. Bartus probeerde te vluchten, maar werd neergeschoten. Zijn lichaam werd nooit gevonden, waardoor hij als vermist te boek staat. De hoop op zijn terugkeer leefde nog lang voort in zijn ouderlijk huis, waar de deur altijd openbleef. Pas twintig jaar later kwam er op het kerkhof van de Grebbeberg een gedenksteen, als tastbare herinnering aan deze jonge soldaat uit Ochten.
De oorlog in Kesteren en omstreken
Ook Kesteren lag maandenlang aan de rand van het front. Door beschietingen raakten veel gebouwen beschadigd, waaronder het station. Net als in andere dorpen vluchtten veel inwoners of leefden in onveilige omstandigheden. In Kesteren vind je het Oorlogsmonument bij de Dorpskerk (Nedereindsestraat), waar slachtoffers uit het dorp worden herdacht.
In Dodewaard, Echteld en IJzendoorn liepen loopgraven van de Betuwestelling. Na de Slag om Arnhem gebruikten de geallieerden deze linie als verdediging. In december 1944 zetten de Duitsers het gebied onder water om geallieerde opmars te voorkomen. Boerderijen stonden blank en dorpen raakten deels ontruimd. In Dodewaard kun je het Monument aan de Stationsweg vinden, dat herinnert aan de inwoners die omkwamen en de verzetsstrijders die hier actief waren.
80 jaar later
Vandaag leven we al 80 jaar in vrijheid. Maar de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog mogen we nooit vergeten. Terwijl wij herdenken, woeden er elders in de wereld nog altijd oorlogen. Laten we die niet vergeten in ons gebed, en blijven bidden — om vrede, en om vrijheid voor iedereen.
De gebruikte afbeelding is eigendom van Regionaal Archief Rivierenland.